- Mijn ipod die plat valt. Beter bekend als my worst nightmare. Lopen en muziek zijn voor mij onlosmakelijk met elkaar verbonden. Als mijn ipod het tijdens het lopen laat afweten omdat ik hem domweg vergeten opladen ben, dan vervloek ik mezelf tot in de eeuwigheid der eeuwigheden. Het is me gelukkig nog niet vaak overkomen omdat ik zeer georganiseerd ben op dat vlak.
- Mijn loophorloge dat er de brui aan geeft. Dat is zonde omdat dan niet al mijn loopkilometers geregistreerd worden. Ik ben niet zo’n cijferfreak, maar van tijd en stond kick ik toch wel op een mooi overzichtje van wat ik allemaal heb afgelopen, welke vooruitgang ik heb geboekt etc. Dat loophorloge kan het soms ook serieus laten afweten op vlak van gps. Dan blijk ik achteraf maar 5K gelopen te hebben in plaats van de veronderstelde 10, of heb ik volgens de gps ergens totaal anders gerend dan waar ik dacht me te bevinden. Blijkbaar ben ik trouwens niet de enige wiens gps af en toe eens streken heeft. Ach ja, technologie is niet onfeilbaar natuurlijk…
- Moeten plassen tijdens het lopen. Wanneer ik in het bos loop, dan valt dit nog op te lossen – dan komt mijn scoutsverleden mij goed van pas. Maar op de baan is het moeilijker en tijdens een wedstrijd is het al helemaal vervelend omdat ik dan meestal een bepaalde tijd voor ogen heb en liefst geen minuten al plassend verspil. De grote boodschap moeten doen is natuurlijk nog irritanter; dan komt het er volgens mij op aan om zo snel mogelijk thuis te zijn of in survivalmodus te gaan en ergens een plekje te vinden. Lopersdiarree is trouwens een vaak voorkomende kwaal bij sporters, en zeker geen taboe.
- Iets té enthousiaste dieren. Dan bedoel ik vooral honden die niet aan de leiband lopen en het nodig vinden om mij vriendelijk hallo te komen blaffen. Sommige exemplaren bedoelen het goed, maar anderen zijn een beetje te agressief naar mijn goesting. Ik heb al een paar keer meegemaakt dat ze het op mijn benen gemunt hadden. Dus bij deze een oproep aan alle hondenbaasjes: hou je dier aan de leiband als er een loper passeert, ook al heb je je viervoeter goed afgericht en ben je ervan overtuigd dat hij geen vlieg kwaad doet.
- Overmoedige lopers aan de start van een wedstrijd. Zonder te willen stigmatiseren, maar vaak zijn dat mannen die er na het startschot van een wedstrijdloop vandoor vlammen alsof ze achternagezeten worden door een dolle hond. Ik heb daar geen probleem mee, maar wél als ze in al hun haast andere lopers ei zo na omver lopen of als ze hun handen gebruiken om je langs de kant te duwen.
- Praatjesmakers. Het overkomt me niet vaak dat iemand naast me komt lopen om een babbeltje te doen en maar goed ook, want ik ben een zeer asociale loopster. Praten verstoort mijn ademhaling en wanneer ik naast iemand loop, pas ik automatisch mijn tempo aan (wat heel slecht is). En de voornaamste reden: als ik loop, wil ik mijn hoofd leeg maken en kletspraatjes maken is dan hoegenaamd geen optie voor mij. Ik hoef dus geen gezelschap tijdens mijn looptoertjes.
- Roekeloze bestuurders. Ik zorg er steevast voor dat ik goed zichtbaar ben tijdens het lopen en loop netjes op het voetpad of langs de kant van de weg. Dan verwacht ik van automobilisten in ruil dat ze een beetje hoffelijk zijn en niet rakelings langs mij scheren zodat ik een halve meter in de berm spring van ’t verschot.
- Starende mensen. Toen ik nog in Brugge woonde, waren er altijd veel lopers op pad. In Torhout is dat een pak minder en soms heb ik het gevoel dat mensen mij als een soort buitenaardse verschijning aanstaren wanneer ik passeer. Het moet zijn dat ik er bijzonder vreemd uitzie voor sommige mensen... Ik vind lopen nochtans de normaalste zaak van de wereld. Ik word sowieso niet graag aangestaard, en al zeker niet wanneer ik iets doe dat in mijn ogen toch echt niet zo speciaal is.
- Wind. Lopen in de regen vind ik niet erg. Integendeel, soms kan dat echt enorm plezant zijn. Van de wind daarentegen kan ik het wel serieus op mijn heupen krijgen. Lopen door weer en wind: allemaal goed en wel en ik doe het ook effectief – no pain, no gain. Maar wanneer ik moet inbeuken tegen een keiharde tegenwind, kan ik toch een beetje pissig worden.
- Rode lichten. Toen ik nog in de stad woonde, moest ik vaak wachten voor het rode licht tijdens het lopen. Bijzonder vervelend omdat het de kans geeft om even te recupereren en laat dat nu net niét de bedoeling zijn tijdens het lopen. Nu ik op het platteland woon, moet ik nooit meer wachten voor het rode licht want er zijn er simpelweg geen in de buurt. Een irritatie van de baan geveegd dus!
- Losliggende stenen. Het gebeurt wel eens dat ik bijna struikel over een losliggende straatsteen, een tak of iets dergelijks. Gelukkig kan ik altijd stabiel stand houden en heb ik er nog niks ergs aan overgehouden. Ik kijk altijd goed uit waar ik loop maar sommige obstakels zijn nu eenmaal moeilijk te spotten.
Maar ondanks deze kleine ergernissen die zich af en toe voordoen, geniet ik toch bovenal van het lopen!
Wat zijn jullie kleine loopirritaties? Laat ze gerust weten!
Love, Josie xo
Deze blog verscheen oorspronkelijk op Ladies Fun Sports.
Jup, wind en rode lichten staan ook hoog op mijn lijstje. En blaffende honden die zich verschuilen achter een haag in een tuin: je ziet ze niet, maar verschiet wel keihard als ze opeens lawaai beginnen maken!
BeantwoordenVerwijderenja, zo van die honden gelijk bij onslow & daisy in "keeping up appearances". die bezorgen me vaak een bijna-hartaanval!
VerwijderenIk heb een hekel aan anderen lopers op een wedstrijd die op de grond rochelen. Vooral als dat gerochel vlak bij mij terecht komt.
BeantwoordenVerwijderenjakkes, viezeriken! dat zouden ze moeten verbieden!
VerwijderenIk heb een hekel aan anderen lopers op een wedstrijd die op de grond rochelen. Vooral als dat gerochel vlak bij mij terecht komt.
BeantwoordenVerwijderenIn mijn geval modderige veldbanen. En mensen die je per se moeten aanmoedigen :).
BeantwoordenVerwijderenGoh ja, zo van die totaal mensen die denken dat het nodig is om te beginnen roepen en te beginnen klappen: vre-se-lijk!
Verwijderen