Mijn beslissing heeft alles te maken met deze foto, die mij nog altijd vervult met een intens gevoel van euforie, blijdschap en trots, nu bijna een jaar na datum:
Het was aan de finish line van de Brussels Half Marathon op zondag 6 oktober 2013. Toen finishte ik, 8 maanden na mijn bevalling, deze magnifieke 21K in een – al zeg ik het zelf – toptijd. Ik liep van begin tot einde samen met mijn vriend en ik vond het een onvergetelijke dag. Ik schreef daar toen dit over.
Na die plezante ervaring was ik vastberaden om nog meer halve marathons op mijn palmares te schrijven. Als fulltime werkende drukbezette mama van een peuter bleef ik lustig verder lopen met als volgend doel de halve marathon tijdens de Nacht van West-Vlaanderen in juni 2014. Alles ging goed, tot ik in mei last begon te krijgen van zware benen, kortademigheid en vermoeidheid in ’t algemeen. I’m not a quitter, dus ik bleef maar doorgaan. Geen haar op mijn hoofd dat dacht aan opgeven - dat zou wel van voorbijgaande aard zijn.
Je moet weten dat het toen al een bijzonder druk voorjaar was geweest. Ik was veranderd van job en had intussen ook een bijberoep opgestart – een superleuke maar drukke combinatie die veel van mij vergde. Bovendien wilde ik graag mijn huishouden perfect runnen, veel weggaan met vrienden, er 100% zijn voor mijn gezin… én veel blijven lopen. Je voelt mij al aankomen: dat ging gewoon niet meer. En mijn lichaam, dat begon te protesteren. Verdict van de dokter: zwaar ijzertekort, remedie: doe het toch maar wat kalmer aan, mevrouwtje. Kanttekening: dat ijzertekort is voor een deel te wijten aan mijn vegetarische levensstijl (een goeie biefstuk van tijd tot tijd zou al veel helpen, maar dat weiger ik) maar ik probeer wel alles zo goed mogelijk te vervangen, dus het kan zeker niet alleen daaraan liggen.
Ik probeerde het advies van de dokter te volgen, maar voor een veel-te-bezige bij als ik is dat niet zo simpel… Tijdens mijn zwangerschap vond ik het al een hele opgave om te stoppen met lopen na 4 maand, maar dat deed ik uiteindelijk toch met plezier for the sake of my baby. Maar nu ben ik niét zwanger, en ik vond dat ik best nog wel wat kon doorgaan... Die halve marathon eind juni heb ik dus wel degelijk gelopen – niet slim, besefte ik achteraf, want ik had toen een zeer lage hartslag. Ik heb vreselijk afgezien, heb meermaals op het punt gestaan om gewoon te stoppen en mij langs de kant van het parcours neer te zetten. Toen mijn schoonmama mij langs het parcours aanmoedigde, kon ik het nog nét droog houden. Maar toen ik mijn vriend zag staan om te supporteren, net voor de laatste kilometers, ben ik in tranen uitgebarsten (en verder blijven lopen, don't get me wrong). Nochtans zou je dat niet zeggen als je deze foto van toen ziet, maar dat was ook nog maar na 7K, zo’n afstand kon ik wel nog probleemloos aan:
Uiteindelijk liep ik die halve marathon uit in 2u05min, wat nog altijd beter is dan hem niét te lopen, dat weet ik wel. Ik was echter niet tevreden en wist dat ik veel beter kon. Maar bovenal viel toen mijn frank dat het toen wel eens hoog tijd was om naar mijn lichaam te luisteren en mijn trots en koppigheid opzij te zetten.
Ik had me intussen al dolenthousiast ingeschreven voor de Brussels Half Marathon en besloot dat ik zou afwachten hoe mijn fysieke toestand evolueerde. In de zomermaanden bleef ik heel regelmatig lopen, gemiddeld 3 keer per week, zelfs op vakantie in de Alpen op grote hoogte. Maar tot mijn grootste spijt en verdriet moet ik toegeven: meer dan een dik uur lopen kan ik nog niet aan, dus zeker geen halve marathon. Ik denk dat mijn limiet nu 15K is. Ik weet dat dat voor veel mensen al een serieuze afstand is, maar ik blijf het er moeilijk mee hebben omdat ik vorig jaar bij wijze van spreken met de vingers in de neus die 21K kunnen lopen heb. Dat wringt. Enorm.
Maar goed nieuws, want ik ben opnieuw op de zeer goeie weg. Ik kan al opnieuw een uur aan een stuk lopen zonder het gevoel te hebben dat mijn longen eruit gaan komen langs mijn keel en ik door mijn benen ga zakken. En het voornaamste van al: ik kan daar al heel tevreden mee zijn. Meestal loop ik toertjes van 50 minuten, dat is zo’n 9K. Ik haal daar momenteel meer voldoening uit dan lange parcours te lopen, mij slecht te voelen en te stressen dat ik nooit die halve marathon ga aan kunnen.
Daar draait het tenslotte om: genieten, plezier hebben in het sporten. Bovendien ben ik net verhuisd. Ik woon nu in een groene omgeving met tal van paadjes en veldweggetjes die ik nog moet verkennen. Ik ben ervan overtuigd dat mijn loopcarrière weer een fikse boost zal krijgen hier en blijf ernaar streven om 3 keer per week te gaan lopen. Dat vergt wat planning als je als koppel allebei fulltime werkt en nog veel andere activiteiten hebt, maar dat lukt wonderwel. Eén ding ben ik zeker: ik blijf naar mijn lichaam luisteren. Want risico’s nemen, het is het me allemaal niet waard.
Ik loop. Ik geniet ervan. Ik maak mijn hoofd leeg. ’t Is goed voor mijn gezondheid. Voor mijn conditie. Voor mijn lijn – laten we daar niet flauw om doen, zonder al dat geloop zou ik me met veel minder zelfvertrouwen in die korte kleedjes en rokjes van me hijsen. Ik blijf een runista in hart en nieren, die wellicht stilletjes gaat zitten huilen zondag om 11u, wanneer het startsein gegeven wordt voor de Brussels Half Marathon 2014. Dat is niet meer dan normaal. Maar mijn lichaam gaat mij dankbaar zijn, en volgend jaar probeer ik er zeker wél bij te zijn! Brussel, ge zijt nog niet van mij verlost!
Aan alle lopers onder mijn lezers: zijn er nog die willen trainen voor een halve marathon? Misschien kunnen we elkaar steunen?
Heeft iemand van jullie al te maken gekregen met zo’n loopdip?
Lots of
love, Josie xo